Welshpony

WELSHPONY OORSPRONG EN SECTIES

OORSPRONG

De Welsh pony is een zeer oud ras, al in het begin van onze jaartelling vertellen de Romeinen enthousiast over de mooie pony’s, die zij in de heuvels van Wales zagen. Zij spraken over een klein paardenras van opmerkelijke adel en hardheid, kenmerken die we nog steeds zien in de Welsh pony van nu. Via de Romeinen en later tijdens de kruistochten kwamen er Spaanse en Arabische paarden in Wales, en ook in latere tijden is er sprake van oosterse invloed op de Welsh pony omdat men in het Groot-Brittannië altijd veel Arabische paarden gebruikte in de paardenfokkerij. Ook in Wales was het vroeger niet ongewoon om de merries samen met een Arabische hengst de heuvels in te sturen. Daarom is het niet verwonderlijk dat de Welsh pony een oosterse uitstraling heeft.

 

Een van dé kenmerken van de Welsh pony is het mooi gevormde hoofd met de duidelijk Arabische trekken!

Maar in het algemeen heeft de ontoegankelijkheid van het leefgebied de Welsh pony voor veel invloeden van buitenaf bewaard en ook voor uitroeiing behoedt. Zo meldt de geschiedenis dat koning Hendrik VIII in de 16e eeuw van plan was om alle pony’s in zijn land te vernietigen, omdat hij van mening was dat zij, vanwege hun geringe afmetingen, een gevaar vormden voor de fokkerij van grote en zware legerpaarden. Gelukkig is hij er niet in geslaagd om de Welsh pony uit te roeien!
Hetzelfde onherbergzame leefgebied heeft ervoor gezorgd dat de Welsh pony over een natuurlijke hardheid en soberheid beschikt, iets waar we binnen onze huidige fokkerij zeer zuinig op moeten zijn.
Naast de sterke invloed van de Arabieren werden er in de 19e eeuw ook veel Welsh pony’s gekruist met zwaardere paardenrassen om op deze manier een bruikbare pony te fokken voor de kolenmijnen Door al deze verschillende invloeden dreigde het voortbestaan van de zuivere Welsh pony gevaar te lopen en werd er door een aantal fokkers in 1901 de Welsh Pony & Cob Society (WPCS) opgericht. Dit stamboek heeft ervoor gezorgd dat er een goede registratie kwam van fokzuivere dieren en daarmee de toekomst van de Welsh pony’s veilig gesteld.
De Welsh pony ontpopte zich als een sterk en betrouwbaar rijdier voor de boeren, een geweldige showpony en een allround sportpony, en de fokkerij vaarde er wel bij.
Vanaf het moment dat de Welsh pony internationale bekendheid kreeg en zich verspreidde over de hele wereld, is het WPCS het moederstamboek geworden voor de Welsh pony stamboeken in alle andere landen.

Ondanks al deze ontwikkelingen kon een groot gedeelte van de pony’s onbekommerd hun leven voortzetten in de heuvels, zoals hun voorouders dat al jaren (of beter eeuwen)lang gewend waren, dankzij een wet die het gebruik van gemeenschappelijke stukken grond regelde, de zogenaamde Commons. Deze speciale pony’s worden ‘hill pony’s’genoemd en kunnen gezien worden als de genenbank van het Welsh pony ras.

Helaas is het ook in Wales zo dat door uitbreiding van dorpen, steden,industrieterreinen en eigenlijk de hele economische en maatschappelijke ontwikkelingen er steeds meer natuurgebieden verloren gaan, en de natuurlijke leefomgeving van de Welsh pony steeds kleiner wordt. Een aantal fokkers, en dat worden er gelukkig steeds meer, legt zich erop toe om de originele Welsh Mountain Hill pony, levend in halfwilde kuddes in de heuvels, te bewaren voor de toekomst.. Tijdens een inventarisatie in 1998 kwam men er namelijk achter dat er nog slechts 800 echte ‘hill’merries meer waren, terwijl er honderd jaar geleden nog meer dan tienduizend in de heuvels leefden! Via diverse Hill Improvement Society’s zijn er speciale fokprogramma’s opgestart en zijn de Welsh Mountain Hill Pony’s door de Engelse Stichting Zeldzame Huisdierrassen op de lijst van bedreigde diersoorten geplaatst. En het lijkt erop dat ook nu weer de toekomst van deze speciale groep pony’s binnen de fokkerij weer veilig gesteld!

Wie van buitenaf naar de Welshponyfokkerij kijkt, zal waarschijnlijk aardig in de war raken door alle verschillende fokrichtingen, secties genaamd. Het moederstamboek in Wales kent namelijk vijf verschillende fokrichtingen, de secties A, B, C, D en WPBR en in Nederland is er zelfs een geheel nieuwe fokrichting ontstaan, namelijk de NWR. Door het bestaan van al deze verschillende secties is de Welsh Pony een zeer veelzijdige pony geworden voor zowel kinderen als volwassenen, zowel onder het zadel als aangespannen
Meer informatie over de verschillende secties is elders op de site te vinden.

SECTIE A

De oorsprong van de Welsh Mountain Pony ligt in de bergen en onherbergzame gebieden van Wales. Eeuwenlang hebben de pony’s moeten overleven onder sobere omstandigheden en alleen de sterksten waren daar toe in staat. Deze manier van leven heeft de Welsh Mountain Pony gevormd tot een pony met een zeer degelijke gesteldheid, spijkerharde benen en grote intelligentie; gecombineerd met het fameuze Welsh karakter en een stralende schoonheid, maakt dit ze tot de ideale familie- pony van vandaag. Met een maximale stokmaat van 1.22 m is de mountain pony namelijk uitermate geschikt als rijpony voor de jongere kinderen. Maar ook voor volwassenen is het een fantastische pony om aan te spannen, hetzij voor een ontspannend ritje door de omgeving of voor een spannende deelname aan de marathon. Deze all round eigenschappen maken dat de Welsh Mountain Pony wereldwijd gebruikt wordt, zowel gereden en als aangespannen.

Nieuwstads_Marouschka ShamrockSilkHortensia2

 Rasomschrijving

De sectie A pony ofwel de Welsh Mountain pony heeft een maximale stokmaat van 1.22m.

Algemeen voorkomen hard en moedig, ponyachtig
Kleur elke kleur behalve platenbont
Hoofd klein, droog, goed aangezet en smaller toelopend naar de neus
Ogen groot en moedig
Oren goed geplaatst, klein en spits, goed hoog op het hoofd, naar verhouding dicht bij elkaar
Neusgaten uitspringend en openstaand
Kaken en keelgang droog en fijn uitgesneden, met veel ruimte bij de kaak-uitsnijding
Hals lang, goed gedragen en redelijk slank bij merries, maar met neiging tot een zware manenkam bij volwassen hengsten
Schouders lang en schuin naar achteren liggend, schoft redelijk fijn, maar niet te scherp. De opperarm moet steil zijn, zodat het voorbeen niet te ver onder het lichaam staat
Voorbenen vierkant gesteld en correct, vrij in de ellebogen. Een lange en sterke onderarm, goed ontwikkelde voorknie. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn, de voeten goed gevormd en rond, de hoeven hard.
Rug en lendenen gespierd, sterk en goed aaneengesloten
Borst diep
Ribben goed gewelfd
Croupe lang en fijn. Niet hoekig of kort. Staart goed aangezet en vrolijk gedragen
Achterbenen de spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijke afgetekende hakken. Ze mogen niet naar binnen of naar buiten gericht zijn. Het achterbeen mag niet te gebogen zijn. De hak mag niet achter een lijn staan die loopt van de zitbeenknobbel naar de kogel. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn. De voeten moeten goed gevormd zijn, de hoeven hard.
Beweging actief, vrij en recht vanuit de schouders, vooruitgrijpend. Veel buiging in de spronggewrichten, recht en krachtig onder het lichaam gebracht.

SECTIE B

De algemene beschrijving van de Welsh Mountain Pony geldt ook voor de Welsh Pony met een grotere nadruk op de kwaliteiten als rijpony, terwijl toch de echte Welsh-eigenschappen en de massa behouden blijven.
Generaties lang zijn deze pony’s het belangrijkste transportmiddel van de boeren in de heuvels van Wales geweest. Zij werden gebruikt bij het hoeden van de schapen en de wilde pony’s, door ruig en bergachtig terrein. Zij moesten wel hard en goed in balans zijn en weten te overleven, wat betekende dat alleen met de beste ervan werd gefokt.
Deze eigenschappen, samen met hun natuurlijke aanleg tot springen en het temperament van hun Welsh Mountain Pony voorvaders, maken ze beter geschikt dan welke andere pony ook. Het maakt dan ook niet uit voor welk doel hun jonge berijders ze willen gebruiken. Vandaag de dag staan ze hun mannetje, zowel in de prestatiegerichte wedstrijden als in de showring.

Valeur_Dancing_Fairy_Lustre StougjeshoeveEsprit

Rasomschrijving

De sectie B pony heeft een stokmaat tot maximaal 1.37m. De rasbeschrijving van de sectie A pony is eveneens van toepassing op de sectie B pony. In het bijzonder moet de sectie B pony beschreven worden als een rijpony, met kwaliteit, rijtypische beweging, voldoende bot en massa, een stevige bouw en met ponyuitstraling

Algemeen voorkomen hard en moedig, ponyachtig
Kleur elke kleur behalve platenbont
Hoofd klein, droog, goed aangezet en smaller toelopend naar de neus
Ogen groot en moedig
Oren goed geplaatst, klein en spits, goed hoog op het hoofd, naar verhouding dicht bij elkaar
Neusgaten uitspringend en openstaand
Kaken en keelgang droog en fijn uitgesneden, met veel ruimte bij de kaak-uitsnijding
Hals lang, goed gedragen en redelijk slank bij merries, maar met neiging tot een zware manenkam bij volwassen hengsten
Schouders lang en schuin naar achteren liggend, schoft redelijk fijn, maar niet te scherp. De opperarm moet steil zijn, zodat het voorbeen niet te ver onder het lichaam staat
Voorbenen vierkant gesteld en correct, vrij in de ellebogen. Een lange en sterke onderarm, goed ontwikkelde voorknie., korte platte pijpen onder de voorknie. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn, de voeten goed gevormd en rond, de hoeven hard.
Rug en lendenen gespierd, sterk en goed aaneengesloten
Borst diep
Ribben goed gewelfd
Croupe lang en fijn. Niet hoekig of kort. Staart goed aangezet en vrolijk gedragen
Achterbenen de spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijke afgetekende hakken. Ze mogen niet naar binnen of naar buiten gericht zijn. Het achterbeen mag niet te gebogen zijn. De hak mag niet achter een lijn staan die loopt van de zitbeenknobbel naar de kogel. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn. De voeten moeten goed gevormd zijn, de hoeven hard.
Beweging actief, vrij en recht vanuit de schouders, vooruitgrijpend. Veel buiging in de spronggewrichten, recht en krachtig onder het lichaam gebracht.

SECTIE C

De geschiedenis van de Welsh pony van het Cob-type (sectie C) gaat even ver terug als die van de Welsh Cob. Meestal werden ze gefokt uit een Welsh Mountain merrie en een Welsh Cob hengst.
Vaak is dat nu nog zo, al zijn er tegenwoordig meerdere goed doorgefokte sectie C-stammen. Op de kleine boerenbedrijfjes in Wales werden ze gebruikt voor het lichtere werk, en door hun snelheid en wendbaarheid ook vaak voor het schapendrijven.
De Welsh Cob staat reeds lang bij uitstek bekend om zijn ruime draf (In het Engels “trot” genoemd) en zijn ongekend uithoudingsvermogen. Ze werden voor vele doeleinden gebruikt, zowel voor het werk op het land, als ingespannen voor de wagen “voor het zondags gerij” en onder het zadel. Hierbij waren ze in staat ernorme afstanden af te leggen.

Zowel de Welsh pony van het Cob-type als de Welsh Cob staat bekend als sterk, moedig en aktief.
Ze zijn vriendelijk en aanhankelijk, intelligent en temperamentvol. Het zijn natuurlijke springers, gehard en makkelijk in het onderhoud. Ze bewijzen zich keer op keer door een enorm uithoudingsvermogen en bereidheid om te werken, zowel aangespannen als onder het zadel. Dit alles, samen met hun fiere uiterlijk, maakt hun tot een steeds populairder wordend ras.
Inmiddels worden ze over de gehele wereld zeer gewaardeerd voor recreatie en wedstrijdsport.
Echte allrounders dus!!

Llanidan_Heli WahingpoolHafwen

Rasomschrijving

De sectie C pony ofwel de Welsh Pony van het Cob type heeft een maximale stokmaat van 1.37m.

Algemeen voorkomen sterk, hard en actief, met ponyuitstraling en zoveel mogelijk massa
Kleur elke kleur behalve platenbont
Hoofd veel kwaliteit en ponyuitstraling. Een grof hoofd en een ramshoofd zijn hoogst ongewenst
Ogen groot en moedig, uitstekend en wijd uit elkaar geplaatst
Oren fijn en goed geplaatst
Neusgaten uitspringend en openstaand
Kaken en keelgang droog en fijn uitgesneden, met veel ruimte bij de kaak-uitsnijding
Hals lang, goed gedragen en redelijk slank bij merries, maar met neiging tot een zware manenkam bij volwassen hengsten
Schouders sterk, maar schuin naar achteren liggend
Voorbenen vierkant gesteld en correct, vrij in de ellebogen. Een lange en sterke onderarm, goed ontwikkelde voorknie met daaronder een overvloed aan bot. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn, de voeten goed gevormd, de hoeven hard. In natuurlijke staat is een redelijke hoeveelheid zijdeachtig behang toegestaan, maar grof draderig haar is absoluut bezwaarlijk.
Middenstuk Rug en lendenen gespierd en sterk verbonden. Diep en goed gesloten.
Croupe lang en sterk. Een hoekig of afhangend kruis is bezwaarlijk. Staart goed aangezet.
Achterbenen sterke en bespierde schenkels. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijke afgetekende hakken. Ze mogen niet naar binnen of naar buiten gericht zijn. Het achterbeen mag niet te gebogen zijn. De hak mag niet achter een lijn staan die loopt van de zitbeenknobbel naar de kogel. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn. De voeten moeten goed gevormd zijn, de hoeven hard.
Beweging vrij, correct en krachtig. In draf moet de knie gebogen worden en het hele voorbeen moet recht vanuit de schouder en zover mogelijk naar voren gestrekt worden. Veel buiging in de spronggewrichten, recht en krachtig stuwend onder het lichaam.

SECTIE D

De Welsh Cob is een ras dat, voortkomend uit de mountainpony, al minstens sinds de Middeleeuwen voorkomt in Wales; beschrijvingen in gedichten uit die tijd tonen dat al aan. Aangenomen wordt, dat Arabische hengsten meegebracht door onder andere de kruisvaarders toen al het oorspronkelijke ras verbeterd hadden, zoals bij de meeste rassen het geval is geweest.
In een wat recenter verleden zijn er een aantal invloeden van buitenaf geweest, onder andere van de Volbloed, de Norfolk Trotter (destijds een bekende verschijning, komen nu als zodanig niet meer voor), het Yorkshire Coach Horse en iets later de Hackney (in die dagen met een veel robuuster uiterlijk). Deze over het algemeen positieve infusies hebben bijgedragen aan de vorming van de Welsh Cob van vandaag.
Door verschillen in achtergrond en inzicht hebben delen van Wales van vroeger uit al een voorkeur voor een bepaald type Cob gehad.
Die gerichte fokkerij leidde tot een diversiteit in types, die varieerde per streek.
Ook nu nog, zij het dan niet meer zo streekgebonden, zijn er (soms grote!) verschillen in maat en type onder de Welsh Cob te zien. De officiële rasbeschrijving biedt binnen een bepaald kader wel enige ruimte; de Cob moet echter als zodanig herkenbaar blijven.
Over de diversiteit van types en maat bestaan verschillende visies en meningen.
Misschien is het juist wel de charme van de Welsh Cob; het feit dat op deze manier zoveel mensen, al naar gelang het beoogde doel, zelf kunnen bepalen waar hun voorkeur ligt.
De meeste Cobs varieren momenteel van 1.45m tot 1.52m.

Zowel de Welsh pony van het Cob-type als de Welsh Cob staat bekend als sterk, moedig en aktief.
Ze zijn vriendelijk en aanhankelijk, intelligent en temperamentvol. Het zijn natuurlijke springers, gehard en makkelijk in het onderhoud. Ze bewijzen zich keer op keer door een enorm uithoudingsvermogen en bereidheid om te werken, zowel aangespannen als onder het zadel. Dit alles, samen met hun fiere uiterlijk, maakt hun tot een steeds populairder wordend ras.
Inmiddels worden ze over de gehele wereld zeer gewaardeerd voor recreatie en wedstrijdsport.

Echte allrounders dus!!

Cwmmeudwy_Tywysoges CobtainRoslyn

Rasomschrijving

Voor de sectie D pony ofwel de Welsh Cob geldt als maximale stokmaat 1.569m. Dit is de maximale ponymaat.

Algemeen voorkomen sterk, hard en actief, met ponyuitstraling en zoveel mogelijk massa
Kleur elke kleur behalve platenbont
Hoofd veel kwaliteit en ponyuitstraling. Een grof hoofd en een ramshoofd zijn hoogst ongewenst
Ogen groot en moedig, uitstekend en wijd uit elkaar geplaatst
Oren fijn en goed geplaatst
Neusgaten uitspringend en openstaand
Kaken en keelgang droog en fijn uitgesneden, met veel ruimte bij de kaak-uitsnijding
Hals lang, goed gedragen en redelijk slank bij merries, maar met neiging tot een zware manenkam bij volwassen hengsten
Schouders sterk, maar schuin naar achteren liggend
Voorbenen vierkant gesteld en correct, vrij in de ellebogen. Een lange en sterke onderarm, goed ontwikkelde voorknie met daaronder een overvloed aan bot. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn, de voeten goed gevormd, de hoeven hard. In natuurlijke staat is een redelijke hoeveelheid zijdeachtig behang toegestaan, maar grof draderig haar is absoluut bezwaarlijk.
Middenstuk Rug en lendenen gespierd en sterk verbonden. Diep en goed gesloten.
Croupe lang en sterk. Een hoekig of afhangend kruis is bezwaarlijk. Staart goed aangezet.
Achterbenen sterke en bespierde schenkels. De spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijke afgetekende hakken. Ze mogen niet naar binnen of naar buiten gericht zijn. Het achterbeen mag niet te gebogen zijn. De hak mag niet achter een lijn staan die loopt van de zitbeenknobbel naar de kogel. De koten moeten evenredig schuin en lang zijn. De voeten moeten goed gevormd zijn, de hoeven hard.
Beweging vrij, correct en krachtig. In draf moet de knie gebogen worden en het hele voorbeen moet recht vanuit de schouder en zover mogelijk naar voren gestrekt worden. Veel buiging in de spronggewrichten, recht en krachtig stuwend onder het lichaam.

SECTIE NWR

Doordat er enkele tientallen jaren geleden een behoefte ontstond aan grotere Welsh rijpony’s, zijn de toenmalige fokkers gebruik gaan maken van Engels, Arabisch en Anglo-Arabisch bloed om de stokmaat te verhogen. Hieruit is de Nederlandse Welsh Rijpony uit voortgekomen, een mooie, lang gelijnde pony met een stokmaat tussen de 1.38 en 1.569 meter. In de afstamming van de NWR pony moet minimaal 25 % Welsh bloed voorkomen, is het percentage lager dan kan de pony ingeschreven worden als een Welsh Partbred Pony.
De NWR pony is door karakter, bouw en beweging een rijpony bij uitstek voor de oudere kinderen. De mooie Welsh uitstraling en de gemakkelijke, soepele bewegingen zijn dé kenmerken van deze pony.
Het is niet alleen een betrouwbare kameraad maar ook een topsporter, zowel op nationaal als internationaal niveau blinkt de NWR pony uit in de disciplines dressuur en springen.
LeunVelds_Sabine OrchardRedElstar

Rasomschrijving

De Nederlands Welsh Rijpony is een rijpony op Welsh grondslag en voert minimaal 25 % Welsh (sectie A of B) bloed in de afstamming. Bij een geringer percentage Welsh bloed dan 100 % is uitsluitend Engels, Arabisch of Anglo-Arabisch volbloed toegestaan.

De stokmaat loopt van 1.38m tot de maximale ponymaat 1.569m. Men streeft naar de ideale maat van 1.46m tot 1.48m.

  Lees meer
Algemeen voorkomen rijtypisch met reeds op afstand herkenbare Welshuitstraling, adel en een fijne huid, harmonieuze bouw en een uitstraling van voornaamheid
Kleur elke kleur behalve platenbont
Hoofd edel, betrekkelijk klein in verhouding, droog, en goed aangezet, breed tussen de ogen, fijn rond de neus
Ogen groot en moedig
Oren klein en goed geplaatst
Neusgaten groot en open
Kaken en keelgang droog en fijn uitgesneden, met ruim keelgang
Hals voldoende lang, met voldoende lengte in de nek en mooie bovenbespiering
Schouders lang en schuin, met goed ontwikkelde schoft
Voorbenen correct en recht gesteld, hard en droog, met lange, gespierde onderarm, goed ontwikkelde gewrichten, voldoende lange, schuine koten en goed ontwikkelde, harde voeten
Rug en lendenen goed aangesloten en gespierd, met voldoende lengte en buigzaamheid, en een vloeiend verloop
Borst redelijk diep
Ribben goed gewelfd, niet te rond
Croupe lang, hellend, goed gespierd, met fraai ingeplante en fraai gedragen staart, die nadrukkelijk niet op de rug gegooid mag worden.
Achterbenen hard en droog, met goed ontwikkelde gewrichten, correct gesteld d.w.z. niet gestrekt of sabelbenig; de spronggewrichten moeten groot, plat en droog zijn met duidelijke afgetekende hakken. Het achterbeen mag niet te gebogen zijn, de koten voldoende schuin en lang zijn. De voeten moeten goed ontwikkeld, de hoeven hard.
Beweging vierkant, elastisch en gedragen, voorwaarts-opwaarts, met balans, ruimte en regelmaat; het voorbeen wordt royaal weggezet, waarbij een stekerige beweging niet gewenst is; de achterhand goed ondergebracht met veel buiging in alle gewrichten.

SECTIE WPBR

De sectie WPBR (Welsh PartBred pony) pony is net als de sectie NWR een rijpony op Welsh grondslag, het minimaal vereiste percentage Welsh bloed ligt binnen deze sectie echter op 12,5%. De invloed van ‘vreemd’ bloed bij de WPBR is minder streng aan regels gebonden dan bij de NWR, pony’s kunnen geboren worden uit kruisingen met diverse andere soorten bloed.
Ook de WPBR pony is door karakter, bouw en beweging een rijpony bij uitstek voor de oudere kinderen. De mooie Welsh uitstraling en de gemakkelijke, soepele bewegingen zijn dé kenmerken van deze pony.
Het is niet alleen een betrouwbare kameraad maar ook een topsporter, zowel op nationaal als internationaal niveau blinkt de WPBR pony uit in de disciplines dressuur en springen.
Veenstras_Zanthe Free_Hill_Agnethe

Rasomschrijving

De sectie WPBR (Welsh PartBred Pony) pony is net als de sectie NWR een rijpony op Welsh grondslag. Het minimaal vereiste Welsh bloed ligt op 12,5%. In deze sectie worden dieren geregistreerd die geboren zijn uit kruisingen met divers ander bloed. Ook hier ligt de nadruk op de gebruikseigenschappen en de Welsh uitstraling.